Gemeente van onze heer Jezus,
 
Het is de eerste zondag van Advent, de voorbereiding op het Kerstfeest. Het hele kerkelijk jaar is geordend naar de biografie van Jezus: van zijn geboorte totdat hij aan de rechterhand van God zit.
 
Voordat Mattheus echter over de geboorte van Jezus begint geeft hij een soort introductie, een soort voorbeschouwing. Wie is die Jezus waarover hij het gaat hebben? Wat is zijn achtergrond? Wat is zijn voorgeschiedenis? Jezus komt tenslotte niet uit de lucht vallen.
 
Daarom geeft Mattheus eerst een overzicht van de afstamming van Jezus. Jezus wordt door hem geïntroduceerd, ten eerste als de zoon van David, de grote welhaast legendarische koning van Israël. En vervolgens noemt hij hem zoon van Abraham de vader aller gelovigen, waar de HEER ooit mee begonnen is.
 
En dan geeft Mattheus een heel geslachtsregister, van Abraham tot Jozef. In dat geslachtsregister staan bekende en onbekende namen. Het zijn allemaal namen waar verhalen bij horen. Mattheus veronderstelt dat zijn lezers het Oude Testament kennen. Zonder goede kennis van het OT begrijp je niets van het NT, in ieder geval niet van de evangeliën. Die namen behoren voor een groot deel aan heersers, koningen – goede en slechte. Sommigen waren tot zegen, anderen waren tot vloek.
 
U weet waarschijnlijk wel dat in dit geslachtsregister, dat van man tot man gaat, opvalt dat er vijf vrouwen genoemd worden. Voortplanting lijkt in de oude geslachtregisters alleen een zaak van mannen: die verwekken, die zijn actief, die doen wat. Vrouwen zijn passief, die ontvangen slechts en dragen. Als Mattheus dan vijf vrouwen noemt dan moet hij daar wel wat mee bedoelen. Iets waarvan Mattheus vindt dat we het moeten weten i.v.m. Jezus.
 
De eerste vrouwen kwamen we tegen in het korte stukje van het geslachtsregister dat we gelezen hebben: Tamar, Rachab, Ruth en ‘de vrouw van Uria’. In deze Adventstijd zullen we aan ieder van haar aandacht besteden.
 
Als je de verhalen van die vier vrouwen leest, dan zie je dat er met die vrouwen allemaal iets bijzonders aan de hand. De kinderen in de kindernevendiensten horen deze verhalen – maar het zijn eigenlijk verhalen voor 18+; het waren vrouwen met een twijfelachtige reputatie: Tamar prostitueerde zich en kreeg twee kinderen bij haar schoonvader, Rachab was een prostituee en liep over naar de vijand, Ruth zocht in haar eentje de nacht Boaz op de dorsvloer op en Bathseba sliep, terwijl ze getrouwd was, met een ander, die ook getrouwd was.
 
Deze zondag besteden we aandacht aan de vierde van deze vrouwen, aan Bathseba. Matteüs noemt haar naam niet eens. Wij hebben zojuist gehoord dat Matteüs haar de vrouw van Uria noemt, maar zelfs dat staat er niet, Matteüs schreef: die van Uria. Hij lijkt niet zo’n hoge dunk van haar te hebben.
 
De geschiedenis van David en Bathseba lijkt een beetje op een Me too verhaal: machtige man misbruikt een onschuldige weerloze vrouw. Ik heb ontdekt dat er zoiets als een Bathseba-syndroom bestaat: het onvermogen van rijke machtige mannen om om te gaan met verleidingen, zoals David niet bestand was tegen de verleiding om Barthseba te nemen. Merkwaardig overigens: het gaat om rijke en machtige mannen en er wordt naar dit verhaal met David verwezen, maar het wordt naar een vrouw genoemd. Je zou denken dat dan David-syndroom meer voor de hand ligt.
 
Maar of het ook een Me too verhaal is?
 
Het verhaal gaat voornamelijk over David. Over Bathseba en haar rol wordt maar weinig gezegd. Zij wordt passief neergezet; haar enige active daden zijn dat zij zich baadt en dat zij David laat weten dat ze zwanger van hem is.
 
Er zijn verschillende opvattingen over wat de rol van Bathseba in deze affaire is geweest.
 
Het ene uiterste is dat Bathseba een Me too slachtoffer is; overgeleverd aan de erotische begeerte van de machtige David; min of meer door hem verkracht. Hij zorgt er voor dat haar man sterft, ze wordt gedwongen met David te trouwen… Bathseba was slachtoffer geweest. We weten toch dat David een womanizer was, hij had meerdere vrouwen.
 
Dat is het ene uiterste, het andere uiterste is dat Bathseba gezien wordt als een vamp, die de koning verleidde door vlak onder zijn dak, goed zichtbaar, te baden en zich via het bed van de koning naar één van de hoogste posities aan het hof vree. Of dat ze er gewoon geen bezwaar in zag om het een keertje met de koning te doen.
 
Macht corrumpeert – maar mensen die macht hebben zijn ook aantrekkelijk, juist vanwege hun hoge positie. Bovendien wordt er in de Bijbel gezegd van David gezegd dat hij aantrekkelijk was en dat hij geliefd was bij de vrouwen.
Het zijn niet alleen mannen die vreemd gaan…
 
Tussen die twee uitersten – slachtoffer of verleidster – zitten er allerlei variaties. Was het een spel? Een wederzijdse aantrekkingskracht? Toeval? Het punt is: wij weten het niet. Het verhaal biedt daarvoor gewoon te weinig gegevens.
 
Maar het gevolg is dat zij zwanger wordt en het David laat weten. Die ontkent niet dat het van hem is! Hij stuurt haar niet weg onder bedreiging, koopt haar niet af. Probeert Uria, Bathseba’s echtgenoot, de zwangerschap in de schoenen te schuiven en als dat niet lukt weet hij het zo te manoeuvreren dat Uria door de vijand gedood wordt. Hij trouwt met Bathseba…
 
Maar ja – de HEER God is er ook nog en die heeft ook een mening over deze hele kwestie. Uria betekent ‘de HEER is mijn licht’. David heeft het licht van de HEER gedoofd door Uria te doden. Hij heeft een zware zonde begaan, juist dat gedaan wat een koning naar Gods hart nooit en te nimmer mag doen.
 
Zo eindigt het verhaal vandaag: In de ogen van de HEER was het wel degelijk slecht wat David had gedaan.  Dat klinkt dreigend en dat is het ook. Er komt een vervolg: in het volgende hoofdstuk komt de profeet Nathan hem namens de HEER  vertellen: het is bekend wat je gedaan hebt en je wordt hiervoor gestraft. David erkent zijn schuld, vraagt om vergeving en draagt zijn straf. Een ware straf: het kind van hem en Bathseba sterft. Daarna wordt Salomo geboren, die het koningschap van David voortzet.
 
Maar als Matteus het geboorteregister schrijft noemt hij naast de naam van David die van Uria. Niet die van Bathseba. Alsof hij ons wil herinneren aan de zwarte bladzijde in de geschiedenis van David. Alsof hij Uria wil eren; zijn dood maakte de geboorte van Salomo mogelijk.
 
Wat moeten we nou met dit verhaal in de Adventstijd. Wat heeft Bathseba bij te dragen aan wie Jezus is, wat zegt dit nu over Jezus?
 
Dat is zeker een vraag, vooral ook omdat Matteüs er van overtuigd is dat Jezus níet van David en Bathseba afstamt. In ieder geval niet genetisch. Lees maar: in het geslachtsregister is het refrein dat de ene man een andere verwekte. Maar het eindigt zo:  Eliud verwekte Eleazar, Eleazar verwekte Mattan, Mattan verwekte Jakob,  Jakob verwekte Jozef, de man van Maria. Er dan staat niet: Jozef verwekte bij Maria. Het gaat verder met: Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt.
 
Later schrijft Mattheus ook nog dat Jozef Maria wilde verlaten, toen hem duidelijk was dat zij zwanger was en niet van hem. Jezus is niet verwekt door Jozef. Hij heeft niet de genen van Jozef, laat staan die van Bathseba en ook niet van David en ook niet van die andere drie vrouwen. Jezus heeft de genen van Maria – die overigens wel weer goed in het rijtje vrouwen past, want zij heeft ook een 18+ verhaal, zij was ongehuwd al zwanger.
 
Jezus was niet de zoon van Jozef, maar hij is door Jozef als zoon aangenomen, geadopteerd. En Jozef staat bekend als een Tsaddiek, een rechtvaardige, die zich aan de Thora houdt. Doordat Jozef Jezus is Jezus in deze familie opgenomen. Hij gaat, via zijn adoptie door voor de zoon van Abraham en de zoon van David.
 
Waarom geeft Matteüs dit geslachtsregister en waarom verwijst hij naar Bathseba?
 
Mijns inziens wil Matteüs twee dingen heel duidelijk maken: Jezus, waarover ik schrijf, was een Jood, opgevoed door een tsaddiek en zelf ook een tsaddiek, een rechtvaardige. Je kunt van hem verwachten dat hij zich aan de Thora houdt.
 
En hij was ervoor bestemd om koning van Israël te worden, net zo aards als al die koningen die in het geslachtsregister genoemd worden. Het was de bedoeling dat hij, als adoptiefzoon van Jozef, plaat zou nemen op de lege troon van David.
 
En de plaats van Bathseba daarin is eigenlijk niet heel groot – ik herinner u er nog maar eens aan dat Matteüs eigenlijk niet eens naar haar verwijst, zelfs haar naam niet noemt.
 
En: in die tijd dat Matteüs zijn evangelie schreef wonnen de brieven van Paulus aan invloed. Paulus heeft niets met de Thora, hij weet niets van Jezus als aardse koning, hij weet niets van het Koninkrijk der Hemelen. Het beeld van Jezus dat Matteüs enerzijds en Paulus anderzijds heeft verschilt behoorlijk. Matteüs laat duidelijk merken dat hij het niet met Paulus eens is.
 
– – –
 
Het is Advent. Wie hebben wij te verwachten? Matteüs zegt: Jezus was voorbestemd om koning van Israël te worden, toen, in die dagen, in die tijd. Een opvolger van David, een koning naar Gods’ hart, maar hopelijk zonder d zwakheden van David.
 
In het vervolg van zijn evangelie zet Jezus dan ook af tegen die andere koning, Herodes , die toen in Israël regeerde – met de vraag: hoe moet de koning van Israël zijn? Is het Herodes met zijn moordpartijen en wanbeheer? Of is het Jezus, is die de Messias die zal regeren met rechtvaardigheid en barmhartigheid? Zo wekt Matteüs de nieuwsgierigheid en de verwachting: wie was die Jezus toch? Wie het weten wil zal verder moeten lezen. Maar het begin is er. Wordt vervolgd.
 
Amen.